Dat Nederlandse Napolitaan Alessandro Matrone (47) drie keer vinoloog van het jaar werd, is eigenlijk een wonder. Tot zijn achttiende dronk hij alleen maar cola! Het belette hem uiteindelijk niet sommelier te worden bij restaurants als “Aan de Poel (**)” en “Librije’s zusje (**)”. Zijn gouden neus gebruikt hij tegenwoordig om prachtige wijnen uit Italië te importeren.
Alessandro wordt in 1975 geboren in de beruchte Napolitaanse wijk Forcella, maar zijn jeugd doet in niets denken aan de Netflix-serie Gomorra. Hij groeit met zijn twee broers op in het luxueuze Posillipo. Alessandro: “Mijn vader is schoenmaker en heeft een eigen zaak. Mijn moeder had een stomerij. Dat viel niet mee, ze werkte keihard en moest ook nog eens voor het huishouden zorgen.”
La Mamma was de eerste die ontdekte dat piccolo Alessandro, altijd op straat te vinden met een voetbal, een enorm goed smaak- en reukvermogen had. Alessandro: ‘Mijn moeder was een perfecte kok. Haar risotto (hij krijgt op slag een verliefde blik in de ogen), grandioos! Maar hoe klein ik ook was, ik moest altijd proeven. Pas als ik het goed vond was het ook voor haar oké. Ik mocht ook met mijn vader mee naar Avelino, waar ze heerlijke olijfolie en wijn verkochten. In jerrycans. Die moest ik dan keuren. Alleen die wijn, daar vond ik niks aan!”
‘EEN ITALIAAN AAN MIJN TAFEL DRINKT GEEN COLA.’
Omdat eten zijn passie is, kiest Alessandro voor de hotelschool in Napels en gaat aan de slag in de bediening. Alessandro: “Een cateraar huurde mij altijd in voor bruiloften. Geweldige tijd. Zonnig voorjaar, hete zomers, zwoele nazomers en bij elk huwelijksfeest was ik erbij! Onvergetelijk.”
Het paradijselijk leven wordt ruw beëindigd,
als de jonge Matrone (22) wordt opgeroepen voor dienst. Hij wordt gestationeerd in Udine, waar hij een vriendin ontmoet. En zij… is een echte wijnfanaat.
Ik zit met de perfect gesoigneerde Alessandro bij zijn klanten en inmiddels goede vrienden, van “Onze Wijnen” in Hilversum. Daar schenkt hij een prachtige DOCG Taurasi (2015) uit zijn collectie in. 100% aglianico druif uit Campania. Hij tuurt in het glas, laat de wijn gul walsen, ruikt er uitgebreid aan, neemt een opmerkelijk kleine slok en laat die met een geconcentreerde blik door zijn hele mondholte rollen. Hij ontwaart een diepe grondsmaak. Kersen proeft hij, vleugje laurier. Er verschijnt een tevreden blik op zijn gezicht, die verdwijnt als hij mij ziet proeven. Alessandro (met zijn kenmerkende accent): “Kleine slok nemen. Als je echt goed wilt proeven, kleine slok nemen. Anders raak je alleen maar afgeleid.”
Ah, een tip! Maar wanneer raakte je nou geïnteresseerd in wijn, wil ik nu toch echt weten. Door die vrouw in Udine?
Alessandro: “Nee hoor. Na mijn diensttijd vertrok ik naar Florence. Ik werkte in het prestigieuze Sofitel hotel. Op een dag kwam daar een prachtige vrouw binnen. (Hij gooit zijn handen in de lucht) Patricia. Zij vond dat ik de mooiste lach had van alle Italianen die ze gezien had. (hij lacht ook even naar mij als bewijs). Wij kregen een relatie en zo kwam ik in 1999 in Nederland terecht. Tijdens onze eerste maaltijd zei Patricia: ‘Een Italiaan aan mijn tafel gaat geen cola drinken.’ Dus wij naar de Albert Heijn. Kochten we twee flessen Vino Nobile di Montepulciano voor de prijs van een: zestien gulden. Ik vond het maar duur. Maar zo leerde ik wijn drinken.”
DRIE KEER VINOLOOG VAN HET JAAR
Dat eerste flesje van de Appie ontketent uiteindelijk een enorme passie voor wijn in Alessandro, die er bovengemiddelde aanleg voor heeft “Ik had als kind al een goede neus. Mensen zeiden, je lijkt wel een hond, je snuffelt overal aan! Daarnaast heb ik een heel goed geheugen. Als ik iets geproefd heb sla ik het op in de bovenkamer en onthoud ik het.”
Een wijncertificaat, een wijnproefkundig diploma, WESET niveau 3 en een diploma vinoloog: Alessandro is nu een echte wijnexpert, en dat smaakt naar meer. In 2015 doet hij voor het eerst mee aan de wedstrijd van vinoloog van het jaar. Vier voorrondes waarin twaalf wijnen blind worden geproefd. Dan een halve finale met dertig kandidaten en dan nog eens de finale, waarin tien wijnexperts elkaar de maat nemen. Alessandro wint glansrijk. Net als in 2018 en 2021. Alessandro (resoluut maar bescheiden): “Ik proef dan een Bordeaux. Ik weet dan de streek, Margaux, maar ook de jaargang. Ik herkende alles. Er was ook eens een oenoloog die mij wilde uitproberen. Hij schonk een Gaia Assyrtico in. Geen gangbare wijn. Maar ik had ‘m een keer geproefd, dus ik herkende ‘m. Ik heb er ook aanleg voor denk ik. Mijn moeder kon goed ruiken en proeven, mijn zoon (21) en dochter (14) ook.”
NEBBIOLO MET WILD, PADDENSTOELEN EN TRUFFEL
Nadat hij in Nederland gewerkt had als sommelier en daarna bij een wijnverkoper, begon hij enkele jaren geleden voor zichzelf als importeur en wijnadviseur. De zaak loopt prima, al krijgt Alessandro de schrik van zijn leven als in 2021 bij hem Corona wordt geconstateerd. “Ik had gehoord dat sommige mensen door Corona problemen kregen met ruiken. Maar gelukkig heb ik daar geen last van gehad. Stel je voor. Mijn neus is heel belangrijk voor me. (schiet ineens in de lach). Is ook wel eens vervelend. Ik ruik alles. Ook als iemand zich niet goed wast… Maar goed, ik kon snel weer beginnen met wijnen proeven en de beste haal ik naar Nederland.”
Met de Kerst voor de deur vraag ik me af wat de maestro zelf drinkt tijdens de feestdagen. Alessandro: “Dat is altijd weer moeilijk, maar het wordt in elk geval wijn van de Nebbiolo druif. Een Barolo of Barbaresco. (Denkt even na). Weet je, die is heerlijk bijvoorbeeld in combinatie met wild of gevogelte. En dan met paddestoelen of truffel. En bij deze Taurasi die we nu drinken, zou ik graag Napolitaanse ragout eten. Of een potje stoofvlees! Niet dat ik alleen maar Italiaanse wijnen drink hoor. Ik kan ook enorm genieten van langoustines en dan met een mooie Bourgogne!”
Omdat hij met lichte paniek in de ogen naar zijn horloge kijkt, besluit ik Alessandro op mijn laatste vragen te trakteren. Gewetensvraagjes.
Je behoort tot de tifosi van voetbalclub Napoli, wat drink je als je naar een wedstrijd kijkt. Wijn of toch stiekem een biertje?
Alessandro: “Nou in het stadion een biertje, maar thuis voor de buis, altijd wijn.
-Nou gaat Italië dit jaar niet naar het WK. Juich je nu voor Nederland.
Alessandro (staat op, gooit zijn handen in de lucht en kijkt diep bedroefd) : “Oh, amico, dat is moeilijk. Ik vind het heel erg dat Italië niet meedoet. Maar goed, dan ben ik inderdaad voor Nederland. Is toch mijn tweede land!”
-En dan als laatste de Kerst. Vier je die liever in Nederland of toch in Napels?
Alessandro (begint nu echt helemaal te stralen): “Napoli. Geen twijfel mogelijk, Napoli. Traditie. Mijn familie. Samen zijn, veel eten en mooie wijnen. Mooier kan toch niet?”
DIT ARTIKEL VERSCHEEN IN HET DECEMBERNUMMER VAN IL GIORNALE in 2022
Comments